Transcriptie
genoodsaakt gevoeden sijne dimissie te versoe„
„ken, zo verre het blijkt niet ouweesen zijnde,
men niet wil weggeren kan geloof te defe„
„heeren aan zijne opgave dat wel in den Jaare
1738: door den krijgsraad gedeporteerd, maar
sijn voenis bij sententie van den Raad van
state van den 6:' Januarij A:o 1741: gemodereert,
en hij dus in fatzoen hersteld ofte gebleeven
soude weesen
't schriftelijke advis
D eer Raad ordinair van Der Parra
van de Heer van der
Parra nopers Eenige
bij de Comp: deposite ingevolge het Genoteerde bij Resolutie van
staande gelden van
gerepatrieerde per„ den 15:' der voorleedene maand, althans in Ge„
soonen te insereeren
„schrift opgegeeven hebbende, de motiven van
zijn Edeles daar bij aangeekend advijs ten op„
„sigte van het ten dien dage door de ge„
magtigdens van dien Gerepatrieerden opper„
„ Equipage menster Derlengh gedaan versoek
belangende zijne nog bij de comp:s â de posito
gestaan hebbende gelden, zo is na Leckere,
verstaan dat Schriftuur conform zijn Ed„s
versoek desen t' insereeren, Luijdende het selve
rerbetenus aldus
Den ondergetekende Raad ordinair is ter Sessie van den
15: der voorgaande maand 7ber: van advijs geweest, dat geene
geaepatrieerde Lieden gelden bij de comp: tegens den intrest
van ses p„r C=to in’t Jaar diende te blijven behoudens Een deels
ter sake dat bi Resol: deeser Regeering van dien 18
7ber: 1744: wel ingetrockenis d’'interdictie vervat by brieve
van hoog Edele heeren 17=en van den 30: april 1653. en het daar
op g’Emaneerd placcaat van 17:' november: 1712 dat geene
rupstrieerende Lieden alhier te lande zoude mogen blijven be„
houden