Transcriptie
129
101
seeren, aande bediendens van de plaatsen; daar
de scheepen ontlost moeten werden
De bij Resolutie van den 20:' April pass„o nader besluit nopers
of de afstraffinq der die„
van den Raad van Justitie deeses casteels naaen die zig van hun
ne bescheidene posten
Eenige tijd obsenteeren,
gerequireerde Copia placcatten en Resol; bij opvreheusie vaor 't zij
door hunne eigene offi„
ten belange van S:comp: dienaren die
ciers of de bediendens
van de Justitie
zig van hunne bescheidene scheepen of posten
absunteeren, en zo ten platten Landen als
Elders vagasondeeren, in Julij daar aan
ingekomen en, neevens haar achtb:s notulen
van den 16:' Maart en 27:' Junij laastleeden,
onder de heeren leeden ter Lecture rond
geweest, mitsgad„s althans door den heere
Gouverneu Generaal weeder ter vergadering
g’Exhibeert sijnde, ten Einde als nu naar
vereissh zoude kunnen weerden Gebesdigneert,
over den teneur van d’ Eerstgem: Notul
Luijdende verbotenus aldus
Donderdag den 16:' Maart 1752
Presentibus omnibus
Geresuumeert zijnde, zeker op heeden daor den Edelen
heer Reesident in Rade overgebragt extract uijt de
generale Resolutien genomen in Rade van
Jndia sub dato 7:' Januarij deeses Jaars, waar bij
haar hoog Edelhedens, mits de dagelijks inkonnende
klagten vande hoofd officieren van der militie
en marine over het veelvuldig drossen en absent
blijven der gemeene militairen en zeevarende
van hunne bescheiden posten, en dat zij niet
ontzien