Transcriptie
mogen werden van de volgens Resol: deeser
Regeering van de 13:' Julij en ult:o aug„s ao 1751.
gedane belastingen op zijne Soldij Reeck:
weegens het bevondene onderweigt van 2700
ed: op de Peeper in’t voorjaar met ’t schip
Leijden van Mallabaar aangebragt, boo„
„ven de bij het Eerstgem: besluijt gevalij„
deerde 2¼ percento en van 21200 ed: rijst, op
de quantiteit met dien bodem van Tagal
herwaarts gesonden, boven de ter afschrij„
„ving tje passelerde hondert ponden per Coijang„s
zo is ten aansien den supp:t Sijne positien
ten opsigte van het Eerstgem: articul, met
geen de minste bieneijzen deomt t adstrueeren
en dat deselve, als eens geferifieerd sijnde
nog van Sodanigen valeur niet zouden wee„
„sen dat hy daar omme van de gedane
belasting in’t geheel zoude diener te
werden ontheft, verstaan zijn versoekt ten
dien opsigte t' ontseggen, dag ten belange
van de Rijst van d’ opperkooplieden deeses
Casteels berigt tevordeeren ter ontwaring
hoe het daar meede waarlijk geleegen is,
en in hoe verre aan het bij gebragte door
den Supp=t ten dien Reguarde geloof
kan werden Gedefereert, mitsgad„s oversulx
Copia van de g’Eexhibeerde verklaaring
van den opperstuurman Meijer C: S: aan„
gemelde
a