Transcriptie
geteekenden in het Jaar 1742 ineijge persoon heeft onder
sonden thuijs vaerende met het sonp de Jonge willem, zijnde
als doen de gaernierings volgens het schrijven uijt vader„
len d'wig hoog geliegt; Egters miet aleeen zijn ondderlaag,
ten meesten deele door het meenigvuldige water quaam
te smelten maar ook wel de helft van de daar ingelade
goederen ten Eenemaal verrot en bedorven daar
zyn uijtgekomen alles door sware storm winden.
Dog wat aanbelangt het storten van de Coffij oor„
deelen de ondergeteekendens wel te mogen Laten inde
garnierings, Egter Sustineeren zij by voorraad van
dat praduct het geen schade of ook geen bederf
onderwoopen kan zijn dat men de ingelade zuijker wel„
ke boven op de garniering werden gelegt bestorten
terwijl men tegenwoordig niet alleen op de garnie„
„rings een matte maar Een planke vloer bedekt met
1 dik matten komt teleggen en men als dan daar
en boven nog wel een saak van Syldoek soude kannen
trekken wanneer men sulks in voorraad hadt.
het persiaans rood aarde kan en is bereedver geschiet wel
invaten beter als in zaaken vervoerdt werden ’t zij voor
op de banden in het ruijm dan wel tusschen deck
waar meede wij hoopen uw hoog Edelhedens intentie te
hebben volbragt, terwijl wij, de vrijheijt neemen om ons
een diep ontsag te onderschrijven /:onderstond:/ hoog
Edele groot aetb: heer en heeren uw hoog wdelhedens
seer onderdanige en gehoorsamee dienaren /:was get:/
J: Ackeuvelt. P: Schouten D van Elteren; P: malranen
h: v: denboer. m: d: vos, C: droogsteen D: adIock /in
—
marginne batavia den 13:' xber 1752:
Goe
dgevonden en verstaan in den aanstaande
geen Peeper of Coffij onder het Guarnies
te laten mengen maar alhier, maar alzoer
alle pondgoederen en gevolglijk ook de rood„
jaard in vateng onder de lading te begrijten
dog de quarnieringen selfs te laten zo als,
volgens die papieren, tot nag tol ingeorujs