is geweest, nademaal het Guamier tot d’

onderlaag zig Eenigermaten moet schikken

naar de swaarte van de spetie die men

daar toe gebruijkt, op dat het middelpunt

van het Ruijm ook het middelpant

van de geheele Lading komt uijttemakeen,

so dat men moeyte zoude hebber tedrselve

volgens haar Edele hoog achtb: bewel tot eene

hoogte van 16 â 18 duijmboven het zaathout

te leggen en Egter proportie te houden tusschien

de swaarte en de Lading, ten zij men het

Zappanhout in een onbepaalde quantiteite

afscheepte, voorts te continueeren met het

quarulier afteschieten met Planken met

vier Lage matten overdekt gelijk reets in

gebruijk is, om de Ledingen, daar het behoort

Zaag voor Laag met Peeper te bestorten, 't geen

voor zo verre men weet te deeser hoofdplaatse

altoos geschied is, dog voor het overige geen

veandering in opsigte der belading van de

Retour scheepen te maken tot nader ordre

van d’ Edele Hoog Achtb: heeren majores,

mitsgaders de ministers op Ceijlon, te recom„

„mandeeren om voortaan aftoof de Retant

scheepen welkers Ruijmen ten deele met

Peeper volladen werden, sonder manquement

Een quantiteit Sacken Preser buijten de

Ruijmen meede tegeeven, om op de Reise

op

349

377