Transcriptie
eer
wande oveergesondene sententie geoon„
plaets tot rossingeijn hebben bestelt
Tot leetwesen hebben wij gesien dat
opgemelte fluijt met verjder buijten
ons gesigt soo elendiglijck heeft omge„
snsiegraen dat hij eijndelijck nae vier
o maenden, en twintig dagen zeijlens.
hier ter rheede gekomen is, dogh de
reijse van Amboinia tot dese provintie
heeft niet langer geduurt dan 17: dagen
wij hadden uijt oorsen sin algeset
dparesse van meergemelte schip
Den bewusten aracq daer uE: mentie
van maken, en hier voor Amboina
jngekogt, Comt volgens uE versoeck
nu overbestaende in 12: Leggers, ende
in Jder zijn genieten ten overstaen
vande scheeps overigheden 360: kan:
want wij hier met daracq branders
gecontracteert hebben tsestip rx=s
voor jder Legger te betaelen twelck
doorsaeck is dat die niet vol zijn,
sommige dier aten zijn wederom
soo leck, en van den worm door beten
geweest dat wij andre in plaets hebben
verte
7
die volgens den teneur sijner
sententie op Rossingsijn voon
plaats bestolt is.
de fleuijt de voorsigtigheijd is
na 1/m en /8. omswervens hier
eijndelijck ter rhede gekomen.
dogh buijten vermoeden
R2lagers arocq e 1 der
360 kan, hier voor de provintie
amboina ingelok, gaan nu der„
waarts