Transcriptie
„hilijs
Twee timmerluijden zijn met het schip
overkomst van twee
immerlieden/
de voorsigtigheijt hier aengebragt waer
tegens andere wiens tijt geexpireert
daer tegens sullen
anderen verlost werden
is, verlost connen werden, tot het
metselen als de smits winckel, hebben
tot 't metselen als smits
wij al eenigen tijt geleden vande kloeckste
winckel zijn vande
als beste slaven geemplojeert die tot
Beste slaven geemploij
dien arbeijt bequaem zijn, om den
nieuwen admmistrateur mons=r brengel
mede niet te doen jnwickelen in het te
kont komen van oppercoopman s=r
goed gevonden al het
’t kort komen: van
marten Roos soo heeft het ons te samen
mons=r roos, op den
best gedagt alle het te kort komende op
naem van zijn persoon
aff te schrijven om
den naem van den persoon van mons=r
reden/
Roos bij provisie aff te schrijven tot dat
zijn E desselfs guarant sal hebben gesoght
alsoo den Oppercoopman s=r keijts daer
nu in Loco sal wesen, bedragende het
geene den Eroos bekentselver genoten
te hebben zeer weijnigh de verdre dispositie
d’ verdre dispositie
deser saeke sullen wij refereren tot de
deer wegen tot d’ komst
van: commiss=s geresoreet
komste van den E: heere Commissaris,
Den predikant gijsbertus Brakel, is hier
den predikant
gesont aengekomen den selven verklaert
gifbertus Brakel is
een goetgenoegen in dese contraije te
alhier aengelant
hebben, en bijsonder inde plaetse van
wegens des helfs
zijn beroep tot p=lo aij vergenoegt te
goet genoegen in
dese contraije
wesen jnvoegen die kerck nu met een
vermanent