Transcriptie
van Zijlt, Albert van Breugel, Johannes
de Hertogh, Adriaan van Rooijen, Cornolis
stull, en Pieter Craen. Jn margine Banda
Nassauw, den 5=en feb=ri 1683. Lager 2. P.
Naer dat desen gesz was retourneerden gisteren
—
na middagn hier ter Rheede, de Chialoep
Rossingijn, hebbende op Atrouw, de provisie, goede
maenden aende guarnisoenhouders verstreckt
daer het alles in goeden toestand was, van waer de
opperhoofden verders de Reijse na kisser hebben
willen vervorderen, dogh op de hoogte gekomen
wesende van 9½ graden om de zuijd boven het
Eijland Timor=loaut, hebben daer soodanige harde
winden, en verbolgen zee aengetroffen, datse scha„
deloos, de mast op 1 â 2 plaetsen gekrakt, en alsoo
sonder de reijse tot kisser te konnen gewinnen, weder
hier binnen gekomen zijn, een Stierman is op de
reijse overleden, den tweeden is heel sieck weder
gekeert, gelijck mede s=r Lobs, die al vrij wat
vervallen is door de koortse, dit nevensgaande
kleijn bamboesjen vol kleijne Pereltjens is den
Stierman geschoncken vanden khrankbesoeker,
te geloven sijnde daer dusdanige kleene gevonden
werden, ook wel grooter moeten zijn. de voorn
Reijse staat inde maend maert weder hervat
te werden &c: was geteijckent Willem van
zijll.
Doclo=Aij.
_