closeTerug naar inventaris

Transcriptie

181

ons overhandigende een missive van onse arriviment van den burger

Jan gijsberts van Teeuwer

affgesondene den guarnisoen boekhouder

mede brengende een

missive van den guarni„

P=r Corn: Hull, ende den vendrigh Carel

soen Bhoeckhouder, stull

en vaendrigh rosenburck

van Rosenburck geschreven ter rlede

Leeuwer den 9=en deses relaterende dat

zijl: tot goram voor de negorij Catolckij

ten ancker hebben vinder leggen een

E desselfs relaes)

maccassers jonck dat uijt de bocht

van Bone nae Bouton, ende van

daer de wille hadde nae oost Ceram

te varen, geladen niet ongeveer tien

Cojanghs rijs padij en weijnigh taback,

dat onse vers affgesonde aen geslagen

en herwaerts opgesonden hebben, 'tselve

seght nu nogh op Rossingijn, van waer

wij het sullen laten affhalen, de vrende

luijden daer op bescheijden relateren, dat

sij met hun drien in Compagni geweest

sijn, en de andere twee mackers beter

bezeijlt waren dan sij, wi sullen

daer mede handelen, als dan meester

dienst van. E. Comp=s vereijst, en in dier

gel: ockagie in amboina en hier in

Banda geobserveert is, gaende tot

speculatie hier nevens over Copie van

voorn: brieff onder altiarco N=o 10:,

verte