Transcriptie
soo mede de Chialoep van
Joost de Jongh.
die weder ten eersten gedepe„
scheert is geworden.
arrivement vant fleuijtschip
Grave.
het Jagtie de Rogh werd
mede verwagt
rapport en dagregister van
gecomm=s stull, en Rosenb:
de reijse ondernomen, dese gedepescheert wo„
sende, quam de Chialoep toebehoort hebbende
Ioost de Iongh mede uijt zee voor dit
Casteel ten ancker, insgelijcx aen zeijlen
beschadigt, die opstondts gerepareert, en
weder na de vloot die onder dit Land la=
veerden, gesonden wierd, op hebbende Cap=n
Barole van Boua met 50 jnlandsche
Soldaeten, ’t Jagt de Javaanse Boode konde
soo hoogh niet stevenen als den Admirael,
en most lager afhouden, sulx de uijtge=
soudene vrunden in het begin door hart
weer van den anderen zijn gesepareert,
dogh willen hopen en vertrouwen zij ter
gedestineerder plaetse wel bij den anderen
sullen vergaderen
een
Het fleuijtschip Grave is op den 3=en deser
van Batavia mede hier ten ancker gekomen,
geen rijs mede=brengende, bestaende de —
ladinge in Equipagie goederen &c:
Het Jachtje de Rogh met de voorsz fleuijt
te gelijck van Batavia na Banda ge=
zeijlt, werd met verlangen dagelijx te —
gemoet gesien, het rapport, en dagregister
van den onder Coopman S„r Cornelis Stull
en vaendrigh Carel van Rosenburck tot
Arouw in commissie hebbende geweest, gaen
beijde hier nevens over, dienende verders tot
notificatie dat den onder Coopman Pieter de
Rooij.