Transcriptie
Cornelis stull, de resterende seven hondert
agt en sestigh Rx:, en elff tuijvers sijn wegens
onkosten van proces tegens den opper Coopman s=r
Roos za:r sijn door Mons„r de Hortogh voldaan,
en hier in Cassa genamptiseert
het bedrijff van Manginrantangh, en Malim
meriteert sijn straffe, wij hebben geen de minste
kennisse gehade van hunne midaden, en daerom
hebben niet willen weijgeren een request op
versoeck vande vrunden over te senden
Het is onse schult niet, dat over de moort tot, off
ontrent Arouw Trane gepleegt ten eersten geen
revengie genomen is, als voor onse komste hier
geschiet, en voorlede jaer is op dat subject eerst
ordre vande hooge regeringe overgekomen, ’t welk
den E: Heere Commissaris is bekent gemaekt
wanneer op dat subject dese nevensgaende
resolutie is opgenomen, en naer het retourneren
der gecommitt„s is sulx niet verrigt konnen
werden, als wesende onse militie na damme
versonden, daer onse eenigste Chialoep Rossingijn
die wij hier bij der hand hadden, mede naer toe is
De Chialoep Gorcum, en die van den gewesen
Cherg:t Lucas Claessen sijn eerlijck vande uijt
gesette krijgsmacht door onweer hier binnen
gekomen, en naer dat een weijnigh tijdts tot de
zeijlen gerepareert waeren, weder vertrocken
Belangende den verkoop vande Rijs daer op
Cepte.
„
209
uijt bedrijff van manginante
en malim, hebben wij geen
kennis gehad.
dat de moort ontrent
arouw Trane geploegt
niet ten eersten gereverseert
is, is ons niet te imputeren
de reden van dien
2 Chialoepen vande
damnese vloot weder
binnen komen loopen