Transcriptie
ze
werden, verders doet den Gouverneur van Zijll
—
UE: E=s vrundelijck bedancken, voor de gedane
toewenschinge van geluck, en voorspoet in des
selfs gouvernement
De drie overgesondene Bimanesche Paarden
gedestineert voor d’ E: H„r Gouverneur do Vicq
hebben wij zijn E: te dier tijd na Amboina —
toegesonden.
Het schip Macasser heeft ons hier wel aenge=
bragt 262 lasten Rijs, als 222 vant Casteel
Rotterd=m, ende 40 van Bonthoijn, Jtem 35000
bossen Padij, wij hadden wat meerder quantiteijt
verwagt, maer sulx niet hebbende konnen
geschieden, moeten daar mede patientie nemen,
en ons vorders behelpen met Sago die jegen=
woordigh tot keffingh, en daer ontrent, wel te
bekomen is, den overgesonden Rijs is seer sma
kelijck en goet, te wenschen wesende dat wij
Jaarlijcx voor een gedeelte daar van geprovi„
deert wierden, de padij, en soude ons oock niet
te onstade komen, want die voor de Paarden,
welcke inde buscruijtmolen gaen, veel beter
is dan Rijs.
Sedert het begin vande maend Maij tot heden
desen dagh, heeft het hier in Banda buijten
gemeen geregent, ende gewaeijt, dat het
Specerie= gewas, ’t welck in goede quantiteijt
aende boomen hingh, het meeste part is aff=
geslagen, en affgevallen tot groote schade der
Perkeniers, en d’E: Comp=e
Onder de orangkaijen tot Moa sijn eenigen
148.
213
de 3 paerden zijn na amb=
gesonden geworden
met ’t schip Macasser 262
lasten Rijs bekomen.
die goet en smakelijck be„
vonden is
onsluijmigh weer.
’t geen groote schade aen
’t boomgewas veroorsaekt
heeft.