Transcriptie
sullen wesen, terwijle den manhaften Capiteijn
Todocus Cromhuijsen, de verdere verrigtinge
op de Eijlanden sal ondernemen, waer toe Gods.
almachtigh zijn segen gelieve te verleenen
Met verwonderinge hebben wij uijt u E=s appen„
dix gelesen de stoute daet, en hardneckighegd
der gevangene Samnesen, welcke door haeren
moordadigen aart der selver eijgen huijs met
buskruijt in brant gesteken, de schildwagt over„
vallen, en doodgeslaegen, ook haer eijgen vrouwen
en kinderen vermoort hebben, hopende alsoo te
eschapeeren, maer dat sulx door goede toever=
sigt behet is, en loon naer verdiensten hebben
erlangh met de weerbaere mannen de voeten
te spoelen, ’t welck wij oordeelen wel gedaan te
—
sijn, prijsens waardigh is het dat uE=s soo
goede wagt hebt doen houden, dat onse mili=
tairen door de simisteren practijcquen van die
Moordenaars niet ervallen, en schade aengedaen
is
op den 19=en deser is u E=s schrijvens van den 16=en
d„o p„r Chialoupje van den oud= borger Luijten„t
s=r Jan Eijsbertsen wel overhandigt, daer inne
—
gesloten was een missive aen den E: Heere
Commissaris Robertus Pad= Brugge,
die wij besorgen sullen dat soo spoedigh, als
doerlijck is sijn addresse sal erlangen, uijt
gemelte missive is ons oock gebleken dat de —
—
Chialoup kruijskercken, daer int gesigts is
geweest, en weder verdreren, waar mede pa=
tientie genomen dient benevens de vooren
verte
de missive aen d’ E: Heer
Commissaris sal soo haest
mogelijck, sijn addresse
erlangen
221