Transcriptie
rdij
6
k
1:
nerra
Aan d’ h=r Willem van Zijll
gouverneur, en direkteur, deser
Eijlanden Banda, met den
gevolge vanden.
C: E: Erentfesse
achtbare Wel wijse,
voorsienige, en seer.
Bescheijdene, Heer
Mijn gebiedens Heer.
Den serg: Pieter mareeuw, van ’t Eijland
Rossengijn heeft dees dagen p=r een letterken
versogt, om voor d’ aanstaande. maant proviant
van rijs weder te mogen erlangen, dewijl
met ½. Last p=r Resto nog maer versien is;
zijnde de Lagonce aldaer geconzumeert,
wes wij schuld pligtelijk E: E: E: a=t
mits desen daer af kundschap geve, ten fine
met v: E: E: a=o believen voorsz: Behoeften
d’novo naer qiitswaerts mogte werden
gesonden dient ook tot berigt aan u E. E. a=
dat voor d’ rantsoen haelders op gem=t rossengijn
althans maandelijcx van noden is 580: lb=r,
rijs, en 580: lb: Zagon, buijten dien voor d’ Contante
verkoop aen d’ jnwoonders aldaer, ontrent
15: maten rijs, en 15000. p=s Zagon maekenden
'tsamen bij d’ 23: maten rijs, en 24500. p=s Zagoun,
welcke in een maent vertiert werden
't geen
—
versoek vanden Serg=t Pieter
mareur om met proviand
van rijs, versien te mogen
werden
als zijnde althans maan„
delijx 23 maten rijs, en
15000 p=s Sagou, benodigt.
5