closeTerug naar inventaris

Transcriptie

onse Ionghste was met den Bandasen

Burger perckenier Iacob Cordaan, welcke

seeckerheijdts halven, noghtalen hier bij

zijden in affschrifft gaat, hebbende als

nu sonderlinge niet anders uE:s te bedeelen,

dan schrifft van ons genomen besluijt op den

18:en der verledene maand Eed=e rakende de

bewuste toght naar dammo, en het Jonghste

menies van Batavia, zullende het getal

uijtgekipte tuijck der inwoonders soo van

manipe, Bonoa, Bouro, Amblaun, als van

hier aan ’t Casteel, om op damme, gebruijckt

te werden, Eenlijck bestaan uijt drie hondert

koppen, en zullen wij daar toevoegen niet

godes hulpe een getal van vijfftigh Europianen

onder onsen manhafften Capitain Podocus

Eudewijx Cromhuijsen, die wij nu staat

maacken, (mits 't langh aghterblijven der

batavische schepen van ’t Jaarlijcks

ontset) over Banda, soo wanneer er een

maghtigh zullen wesen, de reijse mits ’t ver„

loopender westelijcke beurt winden naar

derwaarts sal ondernemen, soo omme sigh

met UE=s aldaar nader te beraden, als

van daar mede, soo veel mede te slepen,

als er tot d’uijtvoeringe vanden aanslagh

en 't werck, moghte van noode zijn, wij

hebben dus lange vergeeffs het Jaght den

Javaansche bode mede aangehouden, in

hope

10

’t besluijt wegens de Cogt

naer Damme

dese expeditie staet door den

Capt=n Crombuijsen onder„

nomen te werden.