closeTerug naar inventaris

Transcriptie

tet

107

het welcke, volgens de meijninge van

s=r Boudens, daar bij behoorde te sijn, wanneer

den fiscael, en gecommitteerden, geordonneert

waar, de paap off Orangkaij Toerlille van

moa, nevens de 24: andere persoonen, nanw=

„keurigh te ondersoecken, oock werder niet

eens gewagh gemaackt, vande goederen, be„

„staande in wax, slaven &:a de welcke door

soo werd'er ook naerder berigt

de matroosen met het sloepje vande Iavaanse

4

vereijst wegens de goederen, slaven

bede, doen gem: Boudewijnsz: eerst vande

die boudewijns soude aen land

gebragt hebben

toght in Banda quam, aan Land, in zijn

huijs soude gebraght sijn, daar noghtans

geseijde matroosen zulcks alomme genoeghsam

hebben uijtgestrooijdt, zoo is ons mede, van

wegens den slaeff die den stuijr„

ter zijden ter oiren gekomen, als dat den

man van hem boudewijnsz

t

soude ter scherck ontfangen

stuurman die met dickgem: Boudewinsz:

hebben.

na derwaarts geweest is, een slaaff van

soo soude hij Srierinan vande

hem zoude bekomen/ en nogh twee Rottinghs

gevangene mede 2 Rottings

met silver beslagh, de luijden wanneer

met silver beslagh hebben

afgenomen

gevat wierden, zoude aff genomen hebben

waar na sal dienen gevorst te werden,

zulcx ons als nogh, soo wE:s van 't een, als

het ander de vereijschte blijcken p=r naaste

daer na gevorst dient te werden

gelegentheijd sullen dienen toegesonden te

werden, om met een goed fondament alhier

dese zoo wightige zaacke ter neder te leggen

hier mede

D: Erntfeste, aghtbare, manhaffte

wijse, voorsienige, seer bescheijdene heer

en vrunden, dese besluijtende, en uE: naar

Eerbiedige

5

gen