closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Eerbiedige groetenisse in d’ bescherminge des

alderhooghsten bevelende, verblijve, onderstondt

V:E: vriend en dienaren was geteijkent

R: Ladt=brugge, Jacob van Ackersdijck, Pieder

van den Hooren Podocus Cromhuijsen, Gerebrang

Droost, Rumphuijs, abraham boudens, Gerrit

Hooft, F=s van Schuere, in margine, Ambonia

aan t Casdeel Victorue den 5=en Maart A:o 1683

Neira

aan d’ heer Willem van Zijll

gouverneur, en direkteur, deser

provintie met den gevolge en

aankleven van dien„

D: E: Erentsesse, Agtbare

wel wijse voorsienige en

seer Bescheijdene Heer,

Mijn gebiedent heer.,

zoo Aanstonts heb ik dit alhier jngeslottene briefken

van ’t Eijtandt rossingeijn, ontfangen dat niet heb

konne naarlaten uE. a=o p=r een geleij letterken,

bij desen te laten gewerden, waar uijt uE: a:t zal

vernemen, het stout vermetten, vanden gecond=t

stout vermeten van den gecondem„

persoon leendert steijn, hoe veradelijk hij den Corp

neerden leendert Steijn tot

Rossingijn

gen=t Pieter Iansz: Ebert, met een bijl gekapt

alsoo gequest, en zig daar op in ’t bosch Jugatijff

gemaakt heeft, waar op dadelijk, (met kennis

van de alhier prezente mess=rs Ioh=e de harsog,

adrian van Rooijen fiscael, en Corn: Hull

2

den Chirurghijn deser plaats naar voorsz=,

den Chirurgijn derwaerts

gesonden

rossingeijn, afgevaardigt is, om naar Eijgen

occulaire

6