closeTerug naar inventaris

Transcriptie

3

Eerbiedige groetenisse in d’ bescherminge des

alder hooghsten bevelende, verblive, onderstondt

V: E: vriend en dienaren was geteijkent

R: Ladt=brugge, Jacob van Ackersdijck, s ieder

Van den Hooren, Todocus Cromhuijsen, Gerebran

proost, Rumphuijs, abraham boudens, Gerrit

Hooft, F=s van schuere, in margine, Ambonia

aan t Casteel victorie den 5=en Maart a:o 168.

Neira

aan d’ heer Willem van Zijll

gouverneur, en direkseur, deser

provintie met den gevolge en

aankleven van dien,

D: E: Erentsesse, Agtbare

wel wijse, voorsienige en

seer Bescheijdene Heer,

Mijn gebiedent heer.

zoo Aanstonts heb ik dit alhier jngeslottene brieffen

van ’t Eijtandt rossingeijn, ontfangen dat niet het

konne naarlaten uE: a=o p=r een geleij letterken

bij desen te laten gewerden, waar uijt uE: a:t Za

vernemen, het stout vermetten, vanden gecond=t

stout vermeten van den gecondem„

persoon leendert steijn, hoe veradelijk hij den C

neerden leendert Steijn tot

Rossingijn

gen=t Pieter Iansz: Elbert, met een bijl gekapt

alsoo gequest, en zig daar op in ’t bosch fugatijff

gemaakt heeft, waar op dadelijk, (met kennis

van de alhier prezente mess=rs Ioh=e de hartor

adrian van Rooijen Fiscael, en Corn: Hull

2

den Chirurghijn deser plaats naar voorsz=

den Chirurgijn derwaerts

gesonden

rossingeijn, afgevaardigt is, om naar Eijgen

occulaire

1