Transcriptie
met d’ overkomste van de Chialoup den pisangh, op
den 6:en deser, ontfingen wij uEd=s schrijvens van
den 27:en feb=r benevens de sethiers„ monesen
waar bij de slaven, door den ondercoopman Bout:
„wijnsz: deselvel affgekneveld hadden behooren
te sijn, schoon niet genoemt waren, die wij als
dan nogh verwaghten, nevens den Stierman die
den slaaff genoten, ende de rottanghs met silven
beslaagh de luijden soude affgenomen ende
behouden hebben alsoo almede door den fiscael
alhier diend aangesproken, soo mede verwaght
den fiscaal der Commissie verklaringe van
thart knevelen en binden van geseijde moesen,
en lethiers, dat volgens aan schrijvens van den
fiscaal de Roij, aldaer nogh heeft moeten
genesen werden, zijnde den Commissaris al vrij
vremdt voorgekomen, het geen 'er wegens de toght
naar damme, in UEE:e met schrijvens is ter
neder gestelt als off damme onder Banda
gehooren buijten de Commissie waar ende met
soo wel het deel als 't geheel daar toe en soude
gehooren, Jn 'twel nemen soo gelieven uEE=s
te weten dat de selvige soo lange duuren sal
tot haar E: Ed=ns die den commissaris
Commissie verleende, deselve weder sullen geliet
in te trecken, in der selver plaats dan gestelt,
sijnde
dr