closeTerug naar inventaris

Transcriptie

elff off twaalff slaven en twee oppassers, 's daaghs

voor 2. en ¼. rx: soude, konnen onthalen, off most

al vrij wat daar buijten op ’s Comp=s reeck: affgeschi

zijn, en sulcke maar voor dagelijcks mercktgeld

gereeckent werden, waar door verstaan is den h=r

gouverneur in plaats van 3: voor ijder een rE: (ha„

bijloopers daar inne gereeckent) toe te voegen

mits 'er als dan niets anders op affgeschreven en

werde, dus danigh soude dan voor 68. (niet 75= dag

affgetrokken de dagen de welcke Elders sijn geweest

als die buijten twijffel het hare ruijm genoegh.

sullen uijtgenieten hebben, en waar aff ten naasten

al mede uijtschrifft verwaghten) in plaats van rE

168„ 45: dese post in ’t geheel bedragen rx: 408:

dogh dan moet den rijnsche wijn daar onder loopen

latende het verdere in sijn geheel, bedragende

rx: 512: dat twee rx: schynt te verschillen, maar

alsoo driemaal ses maar 18: en geen twintigh teld

soo is, en blijfft het een effen reecq:,

soo als desen dus verre in 't ontwerp Lagh, werd ons

haar Ed=ns Hoogh g'eerdt schrijvens, benevens der

selver bij lagen aanland gebraght, waar omtrent niet

hebben mogen ledigh sitten uEE=s het voornaamste

in affschrifft hier bij sij den te senden en mede te

deijlen, als, affschrift van gemelte haar hoogh Ed„e

brieff aan ons, en uEd=s uijtschrijvinge van den

danck bede en vierdagh, ’t besluijt over ’t herstellen

der dukatons van op 14: rx:, gelijck sulcks 't een

en 'tander

d