Transcriptie
127
ƒ 2525: 5:—„ sijnde als geen dat naer uijterste
onmagt van meerder quantiteijt
te konnen sonder
vermogen bij den anderen hebben Cunnen versamelen
wat borger vaertuijgen van hier met rijst 'tsedert
october passado, tot heden naer de proventias van
amboina, en banda sijn voortgestevent Cunnen
uEd=e des gelievende bij de notitie hier aengelast
beoogen, daer wij ons gedienstig aen renvoijeeren,/
Op dese javaense Oostcust is thans alles in een
vreedigen, standt excepto aen ’t N. oost ent van
ontrent Balij werden nogh
dit Eijlant ontrent balij, daer hun eenige rovens
eenige macassaarse Rovers
daaglijx vernomen
van maccassaren, onder batang benoa etc=a in
dat rooffuest balimbang, onthouden die p=r ockagie
soo te waater als te landen dese ingesetenen schaade
die daer ontrert veel schade
toebrengen, en op ’t gesight van sComp=s dienaren
toebrengen
hun met de vlught behelpen
Waer mede
E: Erntfeste, achtbare, manhaste wijse, voorsienige
en seer discreete Heeren, - uEd=e persoonen de hoeden
en hun wightige, besouques, de genadige direcsie
van godt almachtig toegebeeden, hebbende, sullen
wij desen met onse onderdanige groeting besluijten
en verblijven, — onderstondt, VEd=s Ten dienst
volvaerdige, gringe, dienaren, was geteijkent
Jan van Mechelen, en T=s Willerius, in margine
Int Saghien TCasteel Rotterdam ter Reede
van Gombong desen 21:en Maert a=o 1683.
verte
P