closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Nu omtrent een maandt geleden soe, komter

op mussalaut, van keffing aan, seeker vaartuijg„

Een keffings vaartuijgh op

missilant aengekomen

bemandt met 6: Coppen, genaamt Eenen en

Beroetata beijde keffingers, en vrije luijden,

als matroosen diende tede papoe een keffingse

slaaf, en kabomt van keffing, lijffeijgen vanden

annachoda, vant vaartuijg, benevens twee

daer 2 bandass Jnwoonders

wierden bevonden met

bandase jnwoonders, als malim Geboortig van

nadren malim, en mangin ran

tangh

Banda, en schipper op dat vaartuijgh, den

anderen manguirantang van maccasser, dog

in Banda, woonagtig dese Laaste daan van

de laetste is sonder pas van

banda na koffing verzeijlt

banda naar kesfing, zonder pas, gevaaren sijnde

had mede een gedeelte vande in ’t vaartuijgh

gescheepte Tagouw voor zijn part daar in

afgelaaden, waarmede zijlieden tesaamen op gew:

Eijlandt zijn aangekomen, voorgevende, aldaer

hur voorgeven

verdreven te zijn, door Contrarie wind en felle

stroom: zijnde 'tselve ook voorgevallen wanneer

de Chialoep vlissingen, uijt de Expeditie van

kesfing, te rug quam waarom het ook niet

reden waerom sulx sonder sus„

pitie niet kan aengenomen

buijten groote Iuspitie zij, om dat die uijttogt,

worden

niet is uijtgevallen als we wel gedagt hadden,

zoudende ook wel konnen zijn, dat de kesfingers

nader bederkinge dierwege

hun als spions herwaarts aan hadden geschikt

te meer

diin