Transcriptie
„
Neira,
Aan d’ H=r Gouverneur
Willem van Bijll
H: S: Erentfiste, achtbare, wel
wijse, voorsienige, en seer
Bescheijdene) Heer,
Mijn gebiedent heer,
zoo Even uijt schrijven, door den Serg:t van ’t Eijlant
rossengijn verstaen, hoe den Bandaas burger
Ian Gijsbertsz:, P=r Chialoep, en een makkassaars
den burger Jan Gijsberts met
een macassaars Jonck op
Ionck aldaer, was aengekomen, meldende wijders
Rossingijn aengekomen
dat 'tselve Ionck ontrent 'teeuwer door den
onderkoopm: mons:r Cornelis Stull genomen,
dat door den ondercoopm:n S=a
stull verooert is.
is, bemant wesende met 18: makkassaarse
koppen, waer van 8: d=os op ’t Jonck, en vier
op d’ Chialoep voorsz: medekomen d’andere Tes
koppen heeft gem=te S=r Stull bij zig over
genomen, en In plaets daer op geseth, een
quartierm=r twee soldaten, en vijff 'teeuwerse
welcke niet gerexeteerde Ionk zijn aengelan
Ingeladen hebbende rijs en padij, kunnende
voors vaertuijgh is geladen
met rijs, en Padij.
door dese stilte qualijk naer derwaerts op
de
stevenen, ondertusschen heeft den voorn: serg:t
drij soldaten om de wagt te helpen houden
daer op gestelt, tot nader ordre van V: EE: A:
100
m