Transcriptie
Banda, —
Aan den E. heer Willem van Zyll
gouverneur en directeur benevens
den Raadt
E: Erntfeste, Acht bagre, manhae
wijse, voorsienige, seer Bescheijden
heer en Vrunden,
Agtervolgens onse Iongste met de burger Chialoe
van Ian hans afgegaan, den 14:en deser waar
met de Chialoup van Jan hans
40 inlandsche krijgers voor
mede voor afsonden veertig jnlandje Crijgers,
aff naer Banda gesonden
zoo zijn den 16:en daar aan de Chialoep Rossingij„
de Chialoep Rossingeijn verseijlt
met 20 d.o mede derwaerts
met houtwerken gelaaden en twintig jnlanss
knegten ende de chialoep Vissinger Eenlijk
zoo mede de Chialoep Vlissingen
met 134 d.os
met balken en 134: Inlanders, op gisteren ofte
den 19=en, al mede voor uijt naar V.EE=s gewesten
vertrokken gaande nu op heden den Capt=n
romhuijsen met de verdere 2oo Europiaansche,
den Capt=n Cromhuijsen met
77 kopen mede derwaarts
sterk 57: als inlantse krijgers, nog een getal
vertrocken
van 77: koppen over, zijnde van hier, zoo veel
mogelijk, tot den overtogt en wes meer voorsien
zoodanige de Eijste daar af aen haald en vermelt
sullende het alles bij naeste gelegentheijdt UE
alles sal Barda bij naeste
gelegentheijd p.r factura
bij factura, ten laste werde gebragt, nevens
ten laste gebragt werden
het genootene der Iongste in lantsche schoolm=s
die gesonden zijn, als wesende het als toen vergeten,
Rijs nogte
Rij
nogt
bas
u
5
1
„
en
re