closeTerug naar inventaris

Transcriptie

twelk ik behoorde gedaan te hebben, doch sal

hier in't toekomende voorsichtiger sijn, den brief

00

door orankaij Carbauw aen uE: E: agtb=r toegesonden

heb ik selfs geschreven, hoe wel ik daar in

net en vermeldt van mijne verlossinge, en ook om

die reden nu noch een Iaar op dit dorre Eijlandt

te moeten Contumneeren,

Wat de kerck, en school aen gaet is nogh in een

goeden stant soo dat hier noch dagelijcx meer

heijdense kinderen, tot de selve wort toegevoeght,

daar toe ik, ende den Schoolmeester alle middelen

daar toe aen wende, op dat dese blinde heijdenen,

tot de Christelijke religie souden gebracht werden,

daar toe de heere vorder sijn zegen gelief te ver„

„leenen

Sondagh den 7:e Feb: naer dit ik de maleijse dienst

gedaen had, doen uijt last, en ordre van uE: E:

agtbaere alle de orenkaijs uijt de negorij wokan,

ende van mohambeel heeft laeten roepen, in

tschool, of sij met ons, nevens een jnlants

vaartuijgt en volck naer trandgelieven toe te

gaan, om aldaarscherpelijk, en instilheijt te

vernemen, om wat redenen sij nu ontrent drij

jaaren geleden, eenige onser ingesetenen van de

ver6

165