Transcriptie
Vrij onverwagt quamp naast eergisteren
het scheepje nederhorst onder onstuijnng
swaar weer en verbolgen zee, alhier tegens
wil en dank ter rhede en in goeder haven,
tot des zelfs geluk dat buijten vermoeden
op de wal benardt voor gaats waar zijnde
dit de vrugten van ontijdige verzendingen,
eerde zuijdt ooster beurtwinder ten minsten
thien off te twaalff dagen vast hebben door
gewaijdt, als wanneer dan nog somwijlen
eenstaart van ’t wester getei indringende,
de schepen in twee ofte drie-etmalen, wel
ruijm zoo veel te rugge zetthen als in
veerthien dagen mogten gewonnen hebben,
door de sware stroom, die nog selfs wel
zoo lange en somtijds Langer uijt den
westen, tegens het ooster getij sel aanloopen
En heeft men wel voornamentlijk bij
uE:s een blijkelijk voorbeeldt daar aff: int
schip de pann, dat mede zoo op een Leuterend
en wijsel agtigh oostelijk Luchtje van
daar ontijdig versonden, met het ontmoeten,
derwestelijke naar buijen, heel om de Ooost
en agter Arouw verdreeff, daar het tusschen
oerte
p
253
’t fleuijtscheepje Nederhorst
heeft amb=a moeten aendoen:
wegens ’t ontijdigh verserden
vant selve.
blijckelijck voorbeelt aert
schip de Pauw.