Transcriptie
en„
1
o
een
nis wijf
2
op kinderen soude nakomen, bleven mits den avond
vernagten, en lieten haar den buijck vol Rijs tot
spijse te eten geven, 's anderendaags gingen op ver„
soeck weder heer na ’t bosch, om wat kost te soeken
soo voorgaven, maer vergaten het wederkeeren,
Eijndelijck tot op den 24.en deser gewagt hebbende,
quamen met een hoop van 28 mans persoonen, uijt
de’ oostelijcke Negorijen Bever, en Hij &c: met
haer brengende 21 p„s Bouwers, 5 kritsen, en een
bosmes, dat haer geboden, wierd, aff te leggen, en
zij voor de voeten van d’ E: Capiteijn, souden neder„
buijgen, ’t geen al vrij lang, en traagsaam gehoor„
saemden, wierden gevraegt naer de Orangkaijen
Beverkeij, en verdere hooffden als wijff, en kinderen
dienden tot antwoord Titto Orangkaij een quaden
voet hadde, daer door niet wel konde gaen, maer de
verdere stonden na te volgen, men ordonneerde dese
gasten inde houte pagger te treden, en dede de —
selve weten, soo langh daer in te moeten blijven, tot
d’andere quamen, ’t gene haer naer ’t leeck niet
wel geviel, soo dat wij tot heden door groote lanck
moedigheijd, en overdragelijcke patientie wegens
haer schelmse, en bedriglijcke uijtvlugten, (die zij
t' elckens weder sogten, gelijck altoos van oudts=
gewoon zijn te doen) op differente dagen jegenwoor„
digh bij een te samen gekregen hebben 59 mans
waer onder den oppersten Orangkaij Teenwerken,
sijnde volgens seggen van d’ ander den grootsten
schelm, en twee Capiteijnen van Iij, en Bever
verte.
No
210
28 manspersoonen vanden
vijand bij d’ onse gekomen.
die door den Capt=n geexa„
mindert zijn geworden.
hun geantwoords.
de selve zijn in een houts
pagger g’ ordonneert gewor„
den.