closeTerug naar inventaris

Transcriptie

genegen tewesen, mits dat hem mogt

werden toegelecht 30: rx:s s' maants,

mitsgaders dat zijn drie slaven die haer

op ’t metselen ook verstaen, mede mogten

varen, onder besoldinge van vier dub„

„belde stuijvers s' daegs, alsoo hij uijt

de huijshoudinge opbreken moet, en

zijn lijffeijgenen in middels zoude

konnen weghlopen, (welck bij den

Raad overwogen zijnde, is goed

gevonden en verstaen vermits hij Vos,

tot geen minder loon tebrengen is, en

nootsakelijk tot dat werck een goeden

baes Metselaer requireert, desselffs

versoek toetestaen, Excepto, dat zijn

drie stx: slaven gelijk andere 'scomp=s

gehuirde lijffeijgenen niet meer als

ses stuijvers daegs zullen winnen/

'twelck hem voor gehouden zijnde

heeft 'tselve g’accepteert

den oranghgen weij neij den Wijders is mede gearresteert den orangh:

recognitie van 15 rEr toegelegt

Neij Neij van Teeuwer die benevens

over ’t hier ter rheede brengen,

van ’t jongst aengeslagen Bonijs

vier van zijn negorijs Volck een

vaartuijgh.

Bonijs Ionck dat door den guarnisoen„

boekhouder S=r Cornelis Stull, en

Vaendrigh,