Transcriptie
versoek van huijs vrouw van
geditineerden perck besitter
Jsaack Jacobse/
antwoort daer op —
instanti van cooman
mons=t de hantogh. —
tgeen toe gestaen is,
Dengsdag den 22=en Junij A=o 1603
E in vergaderinge verscheenen de huijs„
vrouw vanden gedetineerden Perckbesitter
Isaack Jacobsz:, versoeckende overmits als
noch in zijn zaetk niet wert gedaen, en soo
langen tijt in een vande Choorens op Belgica
in detentie heeft geseten, om daer uijt ontslagen,
en in sijn huijs alhier op neira bewaert te
mogen werden waer op den suppl=te ten antwoort
is gedient, dat de sake van haer man, den
eersten reghtdagh sal aengevangen, en bijder
hant genomen werden/.
Jnsgelijckx versoght den coopm: en opperhooft
tot lonthoir mons=r Johannes de Hartogh,
over mits haer Ed=le sijn versoeck om met sijn
familie na Bat=a op te mogen komen, soo
gunstelyck hebben believen toe te staen, dogh
niet eerder dan met het laetste schip, dat
sijn huijsvrouw voor uijt met ’t eerste schip
derwaerts mogte vertrecken, 'twelck toegestaen
is,
De wijle met het overlijden vanden manhaften
Capt=n paulus anderiesen Visser, het ampt
van praeses der commiss=n over huijwelijckx
saken is comen te vaceren, en oversulcx
die plaets met een ander bequaem persoon
weder