Transcriptie
67
Dingsdagh den 27=en Julij 1683
versoek van Jacob albertse
I in vergaderinge verschenen den
edingh om na batavia
te mogen vertrecken,
burger en perckbesitter op den der S=r
Jacob albertsen Edinge, versoeckende
vermits nu in een lange reecx van
Iaren niet op Batavia is geweest een
sprongh tochie met ’t laeste schip derwaerts
te mogen doen de wijle hij aldaer eenige
particuliere affaire te verrichten heeft,
waer op gedelibereert, en in consideratie
genomen wesende, dat hij suppl=ts huijsvrouw
bequaem is, desselfs percch na behooren
tselvs toe gestaen om
„kunnen
waer te nemen, en oock van genoegsame
reden
slaven is versien, dienvolgende is goed
gevonden en verstaen, den suppl=t sijn
versoeck toe te staen,
Wijders is mede gelesen het request
van Albert Cornelissen rotgans, bandijt
die a=o 1678: over begane mesuijsen
den gecondemneerd albert
door den achtbaren raet van Justitie
cornelissen rotgans gerelaxert
tot Batavia, voor vijff jaren herwaerts
en iu scomp=s dienst weder
oren genomen voor soldaet,
gebannen is, wert vermits tijts expiratie
sijner straffe, en op ernstigh versoeck/ van
sijn bannissement gerelaxeert, en in
den