Transcriptie
de graeffe na Batavia staet te vertrecken,
en ’t comptoir louthoir nootsaecklijck weder
met een vequaem persoon dient versien,
waer toe wel gemelte haer Ed=e bij derselver
missive van: 6 april, lestleden, hebben
gelieven te nomieeren, den coopman
s=r gerrit van den Borgh, indiender
geen wettige reden tegens hem waren, off
andersints den ondercoopm: Willeboort
willeboortse, jegenwoordigh opperhooft tot
waijer, doch vermits den eerst genoemden,
over voorige ongenoegen, door den E: heer
Commissaris Robertus padbrugge, na
Batavia versonden, en den laeften in den
maent maij lestleden met den Capiteijn
Jodocas Cromhuijsen, en de militie van
hier na damma vertrocken is, om het
bestier dier zaken, mede te helpen dirigeren,
dier halven is na overweginge van zaken,
bij provisie tot opperhooft op touthoir, in
plaets van gemelt mons=r de Hartogh
verkoren, den guarnisoen boeckhouder S=r
Cornelis Stull, en vermits met die
verschansinge, de guarnisoen Boecken
komen te vaceeren, soo is daer toe weder
g'eligeert, vooren genoemden ondercoopm:
wille boort Willeboortse, sullende
den