Transcriptie
19
versoek aande mess= engelsen haar
eijgen volck in onse scheepen te
willen stellen tot den Ontfangh=
harer goederen en verdere presen„
tatie aan haar opper gesaghhebbers
vande sleutels der ruijmen aan haar
over tegeven tot der selver meerder
versekeringe als sijnde haar attestan
ten sulx, door d’ Ed=le Ho: regeringe
tot batavia wel ernstigh aanbevolen.
vanden adsistent Gerrict van so veren
N=o 10„ Verclaringe
voorden meergen=e Not=s Reguleth
gepasseert
en seekere getuijgen binnen bat=a den 29=e
november 1682.
In houdende
Eerstelijk dat hem door geloofwaardi„
ge berigten bewust is dat den
Jongen regerende Conincq van
bantam d’ Engelsen op parthijen
buskruijt versogt heeft dat zij
niet aanden Jongen, maar nader
handt aan den onder coningh
gegeven hadden.
Ten tweeden dat in dese trouvelen
eenige voorname engelsen naar
tirtiassa waren gevaren, om soo —
hem beright was aanden ouden
conincq bekent te maken het
vertreck harer schip schipiokfrica„
nn naar Engelandt.
Aen derden dat de Engessen de neder„
landtsche logie (volgens verklaringe
daar beleijdt) hadden geplundert
en voortlanden van ’s comp=s krijge„
maght met vlaggen op haar
vaartuijgen