Transcriptie
230
Op huijden den 29„en Iunij a„o 1682: Compareerde voor
mij david Regulcth notaris publijke, bij de hooge regeeringe —
van nederlands India geadmitteert, residerende binnen der
stad Batavia, ter presentie vande ondergenoemde ge„—
tuijgen, h„r Iacob de Roij geweesene borger deser kede, ende
althans capiteijn ten dienste vanden Iegenwoordighe regee„ —
rende comme van Bantam Paducca Sirt Sulthan
aboen nasaer Abdul Cahar, en verclaerde onder —
presentatie van Eedt, ter requisitie van d’ heeren
m= Gualter Joeman fiscael van India, en Pieter —
Pauw waterfiscael, vaerachtigh te wesen, —
de naervolgende poincten, en saeken
En Eerkelijk dat hij attestant om d’onlusten met sijn huijsvrouw
en wel voornamentlijk mede om de rigoreuse bejegeningen
van sijn crediteuren, daer hij door musfortuijn in
geraekt was, voor een wijle tijts sontwijcken, te raden —
is geworden sighe van Batavia naer bantam te trans„ —
porteren, ten eijnde hem aldaer met sijn handdeeringe
van backerije te erneren; gelijk hij dan met een licentie —
brieffje vanhier om der waerts een tochje te mogen doen,
inde maent januario jongstleden vertrocken sijnde, aldaer
tot Bantam in’t casteel van hooghgedaghte regeerende —
Coninko in't begin en opkomen der onlusten tusschen
welgemelte sijn hoogheijt en desselfs vader den gewesen —
ouden coninke, op seekenen dagh present is geweest dat
1
neer gemelte sijn hoogheijt de Heeren Engelsen bij hem
in sijn Hoff en casteel heeft ontbooden gehadt, alswanneer
1
hij atterlant wel perfectelijk gehoort en gesien heeft —
dat gedaghte sijn hoogheijt vande aldaer bij hem
verscheenen voornaemste Engelse heeren gantsch —
ernstighe heeft versocht datse hem tegens de insulten —
en aenvallen van sijn vader soo met goeden raat, als.
wel voornamentlijk mede met velke en ammonitie
Cern: