Transcriptie
harer volckeren onder den schijn van toegloopers te zijn;
tot gebruijck van constabels hebben geadsisteert,
ten vijffden dat ten naesten dage naer de ontsettinge
van den gemelten jongen vorst, hij artesti: gesienen
oock verslaen heeft, dat gemelten sijn hoogh:t onder
de engelse, die alsdoen bij sijn hoogh:t gecomen waren
on hem te spreecken, diversche aengewesen heeft; —
die hij seijde in des vijants werckert gesien te hebben,
ten sefden dat hij actest: gesien heeft dat gemelte
en gelsen voor het landen van ’s comp=es maert voor
bantamt, hun scheepje den vliegen den Egel, wesende
stengeloos even buijten de bantamse revier aen
de gront gehaelt, ende soo als hem actest: beright
gierde) uit het selve verscheijde stucken canki
aenlandt tot des vijants behulp, en dienst op
hare wercken, en vastigheden gebracht hebben
ten sevenden, ende laesten dat hem attest: ook voor
de oprechte waerheijt is beright, dat seecker sugi„
tieff hollander gen:t claes van der putte voor
desen in den hollantsen dienst, en na dato in den
engelsen en met haer voorweten aen des gewesenen
buden conincx sijde voor constabel sigh niet be
soldinge heeft laten gebruijcken
Aldas gedaen, ende gepasseert te mijnen comp„
toire, ter presentie van Chrijstoffel Cnollaert
dejonge, ende mathijsansschontE: clercq: als get:
hiertoe versocht, die de minute deses, nevens den
attestr: ende mij nogh: hebben onderteeckent
waer van drie aleens luijdende originelen zijn
uijtgegeven, dienende d’eene omhier ter generaele
—
secretarije te berusten, ende de andere twee om ijder
op een bijsonderen bodem, tot dies te meerder secu„
riteijt, aen d’ E. E. h=ren bewinthebberen der nederlandse
oosijndische comp:e in't vaderlandt overgesonden te
wiltden
Quod attestor.
Pavi Reguleth r
1612 oti