Transcriptie
55.
Van Bantam Den Laasten april 1729.
Engressie vinden sal, der Bantammers frivole
ongefundeerde, en schaamteloose klagten, mits
„gaders ook gebleeken zijn den inborst van 's
Conings peper bedientens, die egter altans en
in vervolg van tijd wel sullen te houden wee„
sen binnen de palen van reedelijkheijt, wanneer
den koning persevereert gestand te doen zijn
bevel den peper betreffende: ’t welk uw Edele
groot agtbare voor aff bedeelt is bij hit gemeen
schrijven van hier den 18:e deser.
Na dat gepasseert zal weesen harri radja
off der Iavanen nieuwe Iaar, zal ook conform
het aangeschrevene door uw Edele groot agtbare
goede occasie capteeren, en den vorst tragten
inte boesemen, hoe noodsakelijk het soude weesen
te verkiesen eenen successeur, sal het rijk na
zijn verhuijsen uijt dese weereld blijven in een
gewenschte ruste, welkers duursaamheijt
het zijn majesteijt niet onbekent kan weesen
aan d’E: Comp: over aangenaam te zijn, en
te zullen blijven; om welke klemmende reede„
nen, confonnerende met uw Edele groot
agtb: beveelen geensints in der tijd gedoogt
sal werden, dat de Baliers off die van hun
aanhangen.