Transcriptie
Van Bantam onder dato 26:' Maij 1729. —
Den 14:e Maij 1729. (:onderstond:) accordeert (:was
getekent:) M:s Wilshuijsen Eerste clerq.
Aan den E: heer
Johan Sautijn
oppercoopman en ge„
„saghebber deser besetting.
E:achtbaren Heere.
agtervolgens de schriftelijke last, die uEd: agtbare
mij op den 14.' deser belieffde ter hand te stellen
vertrocken sijnde uijt de Bantamse baaij met
mijn aanvertrouwd vaartuijg het galjoot de
Boode en 's landsboot De Moesthuijn, zoo
hebbe op de hoogte van het notendopje gekomen
weesende, aldaar geen vaartuijg gevonden, stelde
oversulx mijn cours na het Pisang eijland
het welke den 18.' deser des morgens ten klocke
thien uuren int gesigt gekregen hebbende met
een vaartuijg, dat aldaar ontvolkt en leedig
op strand sate, begaff mij met de schuijt en vijff
mattroosen derwaarts, en daar in bevonden heb„
„bende een haak te weesen, wierd mij gesegt door
eenige van voorsz: mattroosen, dat het de
eijgenste