Transcriptie
93.
Van Bantam Den 10:e Iunij 1729.
Brieven de verversching, die men „e dat schrijvens
ook bekent gesteld heeft, dat voor de scheepelingen
op die bodems was gerequireert: Bedragende vol„
„gens de nevens gevougde onkostreecqueningen
is bedagen
ƒ295: 17:8: waar van de affschrijving versoeken, en
desen verder dienen laten tot pligtschuldige com„
„municatie, hoe den rijxbestierder Pangerang
den rijxbestierder bij den gesag„
„hebber in speelwijk
Pourba Nagara geassisteerd van den peper sinan„
„ciers pangerang Coessoema diradja en radeen
Wignia Nagara den 8:e deser bij den gesaghebber
binnen Speelwijk sijn geweest, en bekend gemaekt
hebben uijt naam en onder genegen groete van
den zulthan hoe de pantchiallangs, die wij bij
communiceert de triumphan„
te terugkomst van 's ko„
„nings kruijs vaartuijgen
onse advijsen aan uw Edele groot agtb: van den 4.
deser genoteerd hebben uijt gesonden te weesen om
op de berugte malaise roovers te kruijssen dien
selve na den middag te rug gekomen waren in
triumph: als victorije behaald hebbende, zoo
zij voorgaven op een rovers vaartuijg dat die
uijtgesondenen tusschen Slijpzee en Crackerou
aangetroffen en inde grond geschooten, mitsga, met saven onthalsee novers
koppen
ders tot blijken van dien daar van mede ge„
bragt hadden 7. onthalsde koppen. en aengesien
den grootsten overgeschooten hoop van dat geboeften
verkend.