Transcriptie
95.
Van Bantam Den 10.' Iunij 1729. —
en twee vaartuijgen met der thien menschen
mede te neemen, als 'thien Inwoonders van Sirin„
gin en drie visschers, invoege uw Edele groot agtb:
bij het nevensgaande relaas van den Lamponder
kimaas amad des gelievende kunnende leesen
als mede bij dat van den karia Wira Pantika hoott der voorwaarts gem:te
konings kruijsbende
hoe genaamt.
c: S: op wat wijse hij als hooft met 5. pantchial„
„langs den 3:e deser van hier uijtgezonden ge
„weest zijnde door ’s konings zoon pangarang
Radja Mangala om op dat geboefte te kruijssen
een van haar vaartuijgen, gelijk voorwaarts
bereeds genoteerd staat, heeft helpen in de grond
schieten &c=a, tot ongemeen genoegen van den
zultkan, die gemelte zijn zoon hernaamd en nieuwe eernaam van sijn
majesteijts zoon radja
mangala c:s.
geintituleerd heeft met pangerang Rana man„
„gala adiningrat, ’t geen gesegt werd soo veel te
betekenen als den dapperste der princen, ’t welk
alhier in’t algemeen groote speculatie verwekt:
terwijl ook den voorwaarts gemelden kiaij aria
wira Pantika, gevordert is tot radeen, met den
naam van Rancoenagara, item sekeren
Sariffchasan swager van voorm: prins tot
pangerang met de naam van Sariff moecha„
„mad sah natagama, in vergelding van ’t goede
best.