Transcriptie
„
101.
Van Bantam onder dato 10:' Iunij 1729.
De relatanten seggen op vrijdag laatstleden, zijnde
geweest den 3.e deser van hier vertrocken te weesen, ter
ordre van ’s konings zoon pangerang Radja, Bangala
om te kruijssen op de roovers, die volgens de ingekomen
berigten berigten ontveijligden het Lampongse vaar„
water voor de peper en ander smalle handelaars. —
Dat zij relatanten oversulx ten dien eijnde van
hier hebben mede gekregen vijff gearmeerde Inland„
„sl pantchiallangs bemand met 95. coppen, waar
over den eersten relatant Ciaria wira Sautika
hooft geweest is, mitsgaders de andere relatanten
hem ’t naaste inrang op die kruijskogt gevolgt
zijn, en gekomen weesende daags daar aan
omtrent het Pisang eijland, zij overgestoken zijn
na Slijpzee en van daar na kraketou, het
welke bij haar des sondags Iongstleden, zijnde
geweest den 5:e deser, in den namiddag gesien ge„
worden en vernomen weesende vijff vaartuijgen
heeft den laatsten relatant ter ordre van den
eerste sig met sijn pantchiallang derwaards
begeeven om te verneemen wat vaartuijgen
het waren, maar dat hij namwlijx daar om
trent gekomen zijnde uijt een van die vaartuijgen
na het sijne geschooten, en op hem affgekomen is,
het.