Transcriptie
Van Bantam onder dato 5:' Julij 1729.
Rijxbestierder voormeld benevens de pangerangs
Coessoema diradja, Coessoema Ningrat, en
Soura diradja, welke den gesaghebber in ernsti„
„ge termen voordroegen, uijt naam en onder
genegen groete van zijn majesteijt, de noodsake„
„lijkheijd, dat haar hoog Edelens een ligt scheepken
souden om te kruijssen op de roovers in straat
Zunda voorsien van kruijt en loot, en inson„
„derheijt van rijs ten eijnde men op de rheijse
daarom niet verlegen soude weesen; dog den ge
„saghebber antwoorde geen nadere versoeken
dientweegen welvoegelijk te konnen doen
aan haar hoog Edelens, wiens schrijvens aan
zijn E: en den raad, tot antwoord op voorsz:
sijn majesteijts instantien, den vorst be„
„koorden genoeg te weesen, om daar uijt te
mogen begrijpen, dat welgem: haar hoogh
Edelens diergelijken kieltjen tegenswoordig
met aan handen hadden; invoegen zijn E:
den rijxbestierder ook al bereeds op den 30.
voormeld voor aff had gepreadverteerd met
die omstandigheijt als vermeende genoeg ge„
„weest te sijn om den vorst op een welvou„
„gende en geschikte wijse van sodanigen
naderen.