Transcriptie
Van Bantam onder dato 31.' aug:s A:o 1729. —
Castor, zijnde een slaav van den E: heer Iohan
Sautijn oppercoopman en gesaghebber te deser
besetting, gegroet heeft uijt naam en van wegen
pangerang Bantam, een van ’S konings egte
zoonen alhier, waar mede den confessant segt
dat Castor een buijten gemeene vriendelijke ge„
meenschap gehouden heeft, en met denselve over
een gekomen is, om soo dra hooren mogt, voorsz:
E: heer gesaghebber van hier vertrecken zoude,
als dan tot dien prins over te loopen, in Com
„pagnie van den confessant, die daar toe
ook sijn woord gepasseerd heeft aan Castor, op
zijn te meermalen daar om gedane aansoe„
„kinge uijt naam van den gem: pangerang.
voorts, dat den confessant nu eenige dagen
herwaarts geordonneert zijnde geworden
door zijn lijffheer om te vertrekken na
Batavia hem voorsz: Castor heeft wijs gemaekt,
dat sulx om geene andere reedenen geschieden
dan om aldaar verkogt te werden, sulx
dat den consessant op aanrading van Castor
met hem voor sijn vertrek na Batavia is
affgesproken, dat, indien sulx kwam te gebeuren
kij tot pangerang Bantam soude overlopen en
n2.