Transcriptie
269.
Van Bantam onder dato 21:' November 1729.
Indien dat waar is, soude het mijns bedunkens niet
schaden konnen, dat uE: onder de hand eens verna„
„men, wat dien oedelaar aldaar te verrigten heeft
gehad: want na mijn geag gevoelen soude dat
al vrij verre voor dien knaap uijt zijn wijk gegaan
zijn insonderheijt soo sulx buijten uE: voorkennis„
ik geschied is, waar van hem in den aanstaande
de pas, dan wel kan affgesneden werden, dog beter
door uE. als mij, dewijl men alhier niets over dat
suspect gebroed te seggen heeft: 'T geen wel anders
en al immers soo gaarne was te wenschen, als dat
uE: het swerven der Bantammers na ginder ge„
stuijt hadden, willende egter des niet te min wel
geloven, dat deselve aldaar met veel goeds uijt reg„
„ten, want dat soude strijdig weesen met haren
aard, en daarom sal mogelijk, na gehoord hebbe
Ratoe Baggoes amad, met een leedige beurs alhier
weder gereverteerd zijn, off ten minsten niet t huijs
gebragt hebben den ganschen schuld van tommegom
Satja dipoera, maar off Zaijd oemar sal verge„
„noegd weesen over de affgedane zaak van die be„
„wuste slavinne, weet niet te seggen, om dat daar
na nog net vernomen, en ik zijn geestelijkheijt
zedert den 22.' Iulij laatstleden dat na uE: residentie
vertrok