closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Bantam Den 2.' Maart A:o 1730.

wijl vermeene geensins gevoegelijk te weesen, dat Pa„

„doeka Sirij sulthaan, desen aangaande actie alhier op ’t

taddhuijs soude doen institueeren, maar dat ’t den

heere gouverneur generaal ende de raden van India sal

gelieven te behagen over de pretentie van Padoeka sirij

sulthaan naar uw hoog Edelens goedvinden te disponee„

„ren, alsoo den Padoeka Sirij Sulthaan van ouds ker

tot nu toe, op niemand anders sim hoop en ver

„trouwen gesteld heeft, en nog is stellende, dan alleen

op de goedertierene hulxbewijsinge van den heere gou„

„verneur generaal ende de raaden van India, zijnde

naar ’t beste geheugen van uw hoog Edelens dienaar

nog noijt eenige pretentie van Padoeka Srij sul„

„thaan tot op het stadthuijs gebragt, maar altoos

naar ’t goedvinden van den heere gouverneur

generaal ende de raaden van India in de billijkheijt

gedecideert.

voorts diens ten belange van Si kambieng, dat den

selven als goudsmid van Padoeka Sirij sulthaan

Tijes een ckinas edus

bij haar in de wandeling

is genaamt:

om sijn majesteijts werk te doen is aangenomen

met goedvinden van den commandeur tot Ban„

„tam, zijnde aan denselven door zijn majesteijt

twee pedacken gegeven, om deselve, sonder betaling

van huurpenningen, te bewoonen, ook heeft den

Zulthaan