Transcriptie
Van Bantam Den 6.' Maart 1730.
Dat het uw Edele groot agtb: al verder mogten
believen spoedig te dimitteeren zijnen rijksbe„
„stierder en de andere bij sig hebbende Bantamse
gezanten, onder dewelke ons waarschijnelijk te
voren komt, dat zoo wel den radeen Wignia
Nagara, als dien welbekenden Maas Maijl, nu
genaamt Ratoe Baggoes wangsa doeta de voor
„naamste instrumenten zijn, die uijt eijgen
baat, haren koning dusdanig weeten te beweegen,
dat hij zijne vorstelijke waardigheijt ten toon
stellende blijft persisteeren bij zijne voor aange
toogen hardneckigheijt in weerwil van uw' Edele
„E
hoog Ed
groot agtb: beveelen, die door ons in’t gade slaan
van de continueerende Bantamse konkelarijen
met die van Cheribon promptelijk geobberveert, en
iets daar van ontdekkende, niet versuijmd werden
dienthalven te geven de nodige kennisse aan uw Edele
groot agtb:, na welkers ordre altans ook costijwaarts
overvaard den kettingganger Koekoet, bezijden drie
onbequame peperharpen, waar voor een gelijk getal
andere in plaats versoeken; te weten in diervoegen
gemaakt als komt aan te wijsen het nevens gaende
Copia berigt van den administrateur Mauritius de
Graaff, die nevens ons niet heeft konnen goedvinden
t
19