closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Bantam Den 6:' Maart 1730.

de eere hadde, des versogt weesende, sulx bij te wonen,

en dus met sijn majesteijt in een ongemeen sraeij

opgetooijd presentabel pronk vaartuijg, gevolgt van

verscheijde andere, onder een defftig defroijement, en

het beschouwen van diverse Javaanse danschijen en

andere vermakelijkheeden sig op de rivier te verlustigen

van des middags ten klokke cica twaalff tot na

se middag vijff uuren wanneer weder affscheijd

nam van zijn hoogheijt na alvorens denselve voor

de buijten gemeene eere, in desen opsigte van den vorst

genoten, beleeffdelijk bedankt, en toegewenscht te heb„

„ben, ’t geen ter sake vereijschte, sonder dat in dese bij

eenkomste iets extra verhandelt, maar wel door zijn

hoogheijd niet duijster te kennen gegeven is, zijn

genoegen over de sratieuse inhaling, die Comp:s weegen

ginder aan sijnen rijksbestierder Jongst gedaan zoude

weesen, volgens de algemeene gerugte alhier ’t geen

mogelijk de reedenen zullen sijn geweest, waarom

den gezaghebber ook heefft present geweest op het boven

gemelte feest, dat eijndelijk den 15:' Februarij laatstleden

een eijnde genomen, en nevens het reegenagtige weer

geen kleene veragtering gebaard heeft in het ppoedig doen

beladen van de Berbice; waar van den schipper

Cornelis van vianen in een verzegelde zak

gemerkt.

21.