Transcriptie
630
Van Javas Oost Cust den 25 8ber 1741,1
verder overgaande ter b'antwoording van den
laasten of die van den 11 Courant wenste wij wel
het geluk te kunnen hebben om de swaarigheden
die uw Hoog Ed: groot Agtb: daar in Comen
te opperen, door een nette en een bequaam Elusi
datie uijt den wegte ruijmen, maar nademaal.
het maar gissingen sijn, so konnen wij geen
ander denkbeeld formeeren dan dat den
gezaghebber Roos zal gedagt hebben, nade
maal den Tommagong Tirta Wigoena
altoos voor een welmeenende van d’ E Comp:
is bekent geweest hij mogelijk door sijn
Credit en vermogen bij den keijser so soude
te weeg brengen op den brief van den Damak
sen Regent sinen broeder dat de Cijser
den Chineesen alle hulp en bystand ontrokt
En aangaande de besetting van de weg na Carta
soera, waar door men geene gelegenthijd
zou hebben om brieven na derwaarts te
senden daar op zullen wij d’ Eer hebben
uw: Hoog Ed: groot Agtb: in antwoort
te dienen, dat zulx wel eene onmoge„
lijkhij in sig behelst ten aansien van
Europeesen, Malijers en andere vreemde
Natien, maar niet ten Regaarde van een
Enkelde Javaan
verhopende hier mede aan den Jnhoud van
bijde uw Hoog Ed: groot Agtb: gevenereerde
misseven voldaan te hebben; zullen wij
overgaan tot den toestand deser plaatse
waar van wij de binnen buijten werken
besigtigd en in een goede staat van de
fentie gevonden hebben zijnde van zulx
een uitgestrekthij dat 'er een uur tot dies
omwandeling verijst word, en alhoewel Uw
Hoog Edele Groot Agtbare bereeds eens
plan