A

Van Javas Oost Cust den 25 8ber 1741

des krijgs raad daar op uijt dat het Laison ver verlopen

en de magt der Javanen te groot was om iets

tot voordeel der E Comp: te kunnen ondernemen

betuijgende verder dat bij aldien men hier over

een maand sodanig een magt had gehad wij

ter dier tijd in staat soude zijn geweest.

den vijand uijt deselve verschansing te slaatt

en op de vlugt te drijven

maar dat het Campement der Chineesen

’t sedert seer versterkt was met een getal

van 145000 Javanen volgens opgave der

spions en in het hoofd der verdeling van den

Capitain Commandr Mom nader te sien

welk een en ander wij als poineten van

Consideratie hebben aangemerkt en uijt dien

hoofden nodig g’oordeelt uw Hoog Edele

Groot Agtb: deselve te moeten bedelen

op dat men ons niet van Nonchalance

en traaghijd komen te beschuldigen kun„

nende uw Hoog Ed groot Agtb: ver„

sekeren dat het ons van herten leedis

dat wij niet tegenstaande onse poginge

in den krijgs raad die mede niet onge„

negen scheen ’s Comp: welsijn te beher

tigen Egter onvermogens zijn aan de

groote verwagtinge uwer Hoog Edele

groot Agtb: te voldoen

Jntusschen hebben wij getragt of men

Eenige diverse onder den Inlander

konden maken, en ten dien Einde

een brief gesch: aan den Keijseren

een