Van Javas Oost Cust onder ato 13:

der vijanden / dat god verhoede den een of andere

post getoreert waren te Retireeren dat gespuijs

wederom te doen delogeeren want geen ander

opficier bevoegt is bij voorvallende attacque

te wijken van sijn post om een ander

te secundeeren, waar op d’ Ed„ heer Commi

laris den krijgsraad heeft voorgehouwen

en de Jntentie van haar Hoog Edele

groot Agtb: opengelegt Namentlijk

dat de scheepen ter overvoering deser mant„

schappen voor de doorbraake der wester

manston wederom Batavia waards

moesten versonden werden en wel gem:

haar Hoog Edelheedens in die verwagting

waren dat wij met de alhier aangebrag

te Coppen de vijanden uijt hunne verschem

„

singen zoude kunnen drijven en dus

een merkwaardig voordeel op de rianden

behalen voor het kenteren der Mousson

op welke Elusidatie van den Ed Heere

Commissaris door de gesamentlijke leden

van den krijgs Raad is gerepliceert dat

wanneer men Lammarang niet in

het uijterste gevaar wilde stellen men

voor al nog niets dorst af kon onderne„

men maar bij aldien men zulx een

aansienelijke magt over een maand off

zes weken alhier aan hunden had ge„

had

1671.

dberra