Transcriptie
Den 30„e April 1782.
Jie van de Adsistenten Pieter Boon, Ricolaas Bartholomeus Boon verzoekt dob Bat„
houder en drie andere
Knaap, Jan Brouwer en Iohan Christiaan Oostziek
„om in gagie verbeterd:
de Eerste, om mits ruijme tijds Expiratie tot Boekhouder bevordert en de drie laat, te worden
—
sten om in oagie te moogen worden verbeeterd.
Die van de, Soldaten aan de Pen, Carel Donkel, Laurens George Zuum vier Toldaten aan
Schepfer, Cornelis Meelhuijzen en Leend k: van Huijen. omme
de pen, om tot Adsis„
Lenten
mitst bijds Expiratie tot Adsistenten te mogen worden bevordert. —
Die van den te Batavia in den Jaare 1778 - ot provisioneel Adsistent
En den proo: Adsistent
aangestelden Bosteliersmaat Carel Fredrik Pruij, verzoekende
Fruij om bevordert te
worden
—.
zijne bevordering, zoodanig als UwE Hoog Edelheden gunstigst zullen
gelieven goed te vinden.
D
Die van den Absctut: /ldsistent Iohannes, Wilhelmus van
Den Absolut Adsie„
Raadshoven, om tot Boekhouder te mogen worden bevordert, en ho„
tent van Raadshoven
vraagt men voor tot Boek„
wel aan het Verband van deeze nog een Jaar ontbreekt, verzoeken wij, en
Bouder.
in het bijsonder den Eerstgetekende, dat 'er op de Jnstantie van den sup„
pliant eene gunstige reflectie mag worden geslagen, zoo uijt hoofde van
zijn 12 Jaarigen dienst op het secretarij van Politie, als bijzonder, om het ge„
noegen, dat denzelven geefd
En dan bieden wij uwe Hoog Edelheden ook nog aan het door den Coanas
Den Toldaat Tol ver„
zoekt aan de penne dienst
Revident, Rutgers Reijnier keijzer ons toegezonden Request van den
te mogen Changeeren. —.
bij hem: op te Comptoir zig bevindende Soldaal Gustar Pol om tot de pen„
nedienst te mogen worden gechangeert; waardoe gemelde Resident keijzer
te meermaalen bij den Eerstgetekendes voordragt aan uwe Hoog Edel„
heden heefd verzogt, en dus wij het supplicq ter g’eerde dispositie over„
zenden
§60: Met gezigt tot het Artikul van
De Ferteurs, laten wij met het schip Bothland in goede verze„
„zeven Sumanapers nd
men per Botthlandover.
kering ter dispositie Uwer Hoog Edelheden overvaaren det twee zeer ge„
vaarlijke Mahomethanse dweepers zig noemende
Pangerang Ambo Booe en
Namoed. nader vermelden beschreven bij des Eerst getekende
thans ook afgaande aparte Missive en mede in verzekering over seven alhier
in apprenensie genomen Sumanappers, zijnde
Den Sergeant Marran nevens de soldaten
Aactoe.