Transcriptie
291
Van Malacca de dato 17=e 9ber: 1707
mijlen waters van haer aff hebben sien ten anker —
leggen, en nog een d:o dog wat kleijnder op omtrend de„
selfde diftantie schuijns tegens hun over en ook wel
ruijm soo verre vande drie andere bodems afgesepa„
reert dat sij op dit gesigt (alhoewel de wind en stroom
haer favorabel dienden om de reijs naer hier te
vervorderen) uijt vreese het france scheepen mogten
wesen ten eersten het ancker daer in de gront
hebben geworpen en binnen deselve hoek (alwaer
van die scheepen alsoo onder de wal off bosschagie
waren niet konde gesien werden) blijven leggen sijn,
dat haer minddeus een jnlands vaertuijg komende
van die kant daer meerm: drie scheepen lagen,
is gepasseert naer het welke zij relateurs haer.
schuijtje hebben afgesonden met haren maleijtsen
tholk om uijt die lieden te vernemen off sij met
wisten wat het voor drie scheepen waeren,
die daer bij een buijten d:o hoek g’ankert lagen,
en wat vlaggen sij verthoonden dat den selven
tholk weederom aen boort is gekomen niet be„
rigt als dat de maleijers op d:o vaertuijg (komen de
van timor de wil hebbende na johor) hem tot
bescheijd hadden gegeven, dat sij niet wisten wat
het